Facteur in overheidsdienst

Het nieuwe Franse bewind maakte voor het volledige grondgebied een einde aan de private postuitbating door de familie Thurn und Taxis.  Het postwezen was voortaan een zaak van de overheid.  Het gros van het postpersoneel werd gewoon overgenomen.  Dit was ook in Oostende het geval waardoor er voor Franciscus geen negatieve gevolgen waren.  Nog jarenlang bleef hij brieven ronddragen.

Postkoets en postcomptoir Oostende 1815, tekening James Thiriar.

 

Een bevolkingsregister van Oostende afgesloten dd. 23 nivôse jaar V (= 12 januari 1797) vermeldt als gezinshoofd van huis 1120, sectie 11 “quartier d’Espagne” (= de Kazernewijk)[ref]Het Spaans kwartier = de Kazernewijk: gelegen tussen de Louisastraat, de Langestraat en de Kerkstraat.[/ref] “F. Capiteyn, 50j, porteur de lettres”.  De andere leden van het gezin waren “Jeanne Vontunne, 38j, épouse” (een zeer fonetische weergave van de familienaam Van Thuyne), “Jacq. Capiteyn, 17j, cordonnier” en “Belle Capiteyn, 16j, fille”.  Alle vier waren in Oostende geboren.

Hun derde kind, de 14-jarige Franciscus Arnoldus (junior), maakte toen geen deel meer uit van het gezin.[ref]RAB, Franse hoofdbesturen in West-Vlaanderen, Leiedepartement, nr. 1.238, bevolkingsregisters jaren IV-V, gemeenten Moorsele, Nieuwpoort, Oostende.[/ref]  Sinds 1795 woonde die bij zijn grootmoeder Marianna Willems in het Oost-Vlaamse Zeveneken.[ref]RAG, Scheldedepartement, nr. 2.675/5 bevolkingstelling nr. 7 Zeveneken, 2 registers 1795 en 1797 (?).[/ref]  Mogelijk om zijn ouders financieel wat te ontlasten.

In 1798 woonde het gezin Capitaine – Van Thuyne in de Sint-Niklaasstraat te Oostende.  Een straat die in de volksmond bekend stond als het “Posthuysstraetje” of “Petite rue de la poste”.  Men beschrijft het als “une petite rue conduisant du bureau des postes au quartier d’Espagnol”.  Het postgebouw waarvan sprake was gevestigd in een 18de eeuwse woning in de Langestraat en zo goed als zeker de plek waar Franciscus jarenlang zijn postronde startte.

Toen zijn oudste zoon op 29 juni 1800 huwde was Franciscus nog steeds “distributeur des lettres”.  Ook in oktober 1802 was hij in Oostende “porteur de lettres”.[ref]Gemeentehuis Lochristi, archief burgerlijke stand deelgemeente Zeveneken, huwelijksakte Capiteyn-Van Deursen dd. 21/10/1802.[/ref]  Op 12 april 1808 werd het echtpaar kortstondig in Brugge gedomicilieerd waar de ondertussen 62-jarige Franciscus ingeschreven werd als “employé au post des lettres retirés”.  Mei 1809 woonde het echtpaar terug in Oostende en was Franciscus er geregistreerd als “ancien facteur de la poste aux lettres”.

In de Oostendse bevolkingstelling van 1814 ontbreekt het echtpaar Capitaine – Van Thuyne.  Tussen november 1809 en 1814 waren ze door de overheid geplaatst in het Koninklijk Gesticht van Mesen.  Vroeger een instelling voor de behoeftige kinderen van militairen, ondertussen omgevormd tot een rusthuis voor  gepensioneerd verarmd overheidspersoneel.  Als voormalig postbediende kwam Franciscus in aanmerking voor een plaats.  In feite kreeg hij dus een pensioen in natura.  De kosten vielen ten laste van het armenbestuur van Oostende.

Opname in het Koninklijk Gesticht was beter dan van honger en kou creperen, maar een comfortabele oude dag was het niet.  Mannen en vrouwen werden van elkaar gescheiden.  Men sliep en at in grote schaars verwarmde zalen.  Men kreeg een soort uniform uitgereikt dat men verplicht was te dragen.  Wie kon diende te helpen in de tuin, keuken of kreeg andere taken toebedeeld.  En elk aspect van de dag verliep volgens semi-militaire regels en verordeningen waarbij inbreuken werden bestraft.  Zulke liefdadigheid verschilde weinig van levenslange opsluiting in een gevangenis.

Het echtpaar zou ruim twee decennia in het Koninklijk Gesticht doorbrengen.  Uiteindelijk overleden ze er in 1828 met een interval van drie maanden.  Franciscus op 2 juni, 82 jaar oud, zijn echtgenote op 23 september, 71 jaar oud.[ref]RAB, Mesen Burgerlijke stand 1828, overlijdensakte 50 en 77.[/ref]  Hun overlijdensakten werden opgemaakt door de burgerlijke stand van Mesen die een kopie doorstuurde naar Oostende waar de overlijdens enkele weken later ook werden geregistreerd.

[ref]versie 2018[/ref]